fbicon

Nieuwgrieks, Morfologie en Syntaxis


Bezoek ook: www.woordenlijstnieuwgrieks.nl
Nieuwgrieks, Morfologie en Syntaxis
Bezoek ook: www.woordenlijstnieuwgrieks.nl

©

 
Grammatica//Synt/SyntZin2Bijz


Bijzinnen in het Nederlands


Door middel van voegwoorden, (betrekkelijke en vragende) voornaamwoorden en (vragende) bijwoorden kunnen zinnen gecombineerd worden.

Een combinatie van enkelvoudige zinnen heet een samengestelde zin.

De voegwoorden vallen uiteen in nevenschikkende voegwoorden en onderschikkende voegwoorden.

 

zin 1 zin 2 samengestelde zin  
Jan leest graag. Piet fietst veel. Jan leest graag en Piet fietst veel. nevenschikkend
het regent. ik neem mijn paraplu mee. omdat het regent, neem ik  mijn paraplu mee. onderschikkend

Onderschikkende voegwoorden voegen twee enkelvoudige zinnen samen tot een zin waarvan het ene deel de hoofdzin en het andere deel, dat ingeleid wordt door het voegwoord, de bijzin heet.

Een bijzin kan ook ingeleid worden door een betrekkelijk voornaamwoord. Een dergelijke bijzin wordt een bijvoeglijke oftewel betrekkelijke bijzin genoemd. 1)

ik lees het boek dat jij me gaf.
'Dat' is hier het betrekkelijk voornaamwoord en het verwijst naar 'het boek' in de hoofdzin. 'Het boek' is dan het antecedent: het object in de hoofdzin waarnaar verwezen wordt.

De bijzin kan ook een vorm aannemen waarbij in de hoofdzin niet meer een antecedent staat maar waarbij de bijzin in zijn geheel de rol in de hoofdzin gaat spelen van het achterwege gelaten antecedent.
ik lees wat jij me gaf.
'Wat' is hier een onbepaald betrekkelijk voornaamwoord. Men spreekt over een bijzin met ingesloten antecedent: het antecedent ligt besloten in de bijzin.
De bijzin is nu een complementszin geworden. De bijzin vormt namelijk een onmisbare aanvulling van de hoofdzin. De bijzin kan vervangen worden door 'het boek': ik lees het boek.
Omdat 'het boek' het lijdend voorwerp is in de hoofdzin, wordt de bijzin 'wat jij me gaf' een lijdendvoorwerpszin genoemd. Op vergelijkbare wijze kan een complementszin elk zinsdeel in de hoofdzin vervangen. Zo ontstaat bijvoorbeeld een onderwerpszin, meewerkendvoorwerpszin en dergelijke.
Indien op deze wijze een bijwoordelijke bepaling wordt vervangen, ontstaat een bijwoordelijke bepalingszin die kortweg een bijwoordelijke bijzin wordt genoemd. Op deze wijze zijn we terug bij de bijzin die ingeleid wordt door een onderschikkend voegwoord.
toen het droog was, ging ik op pad. 's middags ging ik op pad.

Kortweg: als er in een zin twee vervoegde werkwoordsvormen zijn, dan er sprake is van een hoofdzin en een bijzin.


De belangrijkste sooorten zijn dus:

- bijvoeglijke ofwel betrekkelijke bijzinnen 1)

ik lees het boek dat jij me gaf.

- complementszinnen, waaronder een indirecte vraag en een bijzin van de indirecte rede

ik zal nooit vergeten wat hij voor me heeft gedaan. complementszin
hij vraagt of je morgen langs komt. indirecte vraag
hij zegt dat hij niet kan komen. indirecte rede

'dat hij niet kan komen' resp. 'of je morgen langs komt' is een lijdend voorwerpszin. Immers, als deze bijzin vervangen wordt door bijvoorbeeld het woord 'niets' dan ontstaat de zin 'hij zei niets' resp. 'hij vraagt niets', waarin 'niets' het lijdend voorwerp is. En dus is dit een speciaal geval van een complementszin.


- bijwoordelijke bijzinnen.

omdat het regent, neem ik een paraplu mee.

 

Bijvoeglijke oftewel betrekkelijke bijzinnen vormen een toelichting op een woord of woordgroep die vaak ook met een bijvoeglijke bepaling had kunnen worden gegeven.
Betrekkelijke bijzinnen vallen uiteen in betrekkelijke bijzinnen met antecedent en bijzinnen met ingesloten antecedent.

Complementszinnen nemen als bijzin in zijn geheel de rol over van een zinsdeel, meestal het onderwerp of lijdend voorwerp.

Bijwoordelijke bijzinnen vervullen in de zin dezelfde rol als een bijwoordelijke bepaling.


Bijwoordelijke bijzinnen vallen uiteen in:

- temporele bijzin, bijzin van tijd

toen het droog was, ging ik op pad.

- causale bijzin, bijzin van reden en oorzaak

omdat het regent, neem ik een paraplu mee.

- conditionele bijzin, voorwaardelijke bijzin

als jij ook mee gaat, hebben we twee paraplu's nodig. 2)

- finale bijzin, bijzin van doel

ik neem mijn paraplu mee, om niet nat te worden.
ik neem mijn paraplu mee, opdat ik niet nat word.

- consecutieve bijzin, gevolgaanduidende bijzin

er lag 's morgens nog veel sneeuw, zodat velen te laat op hun werk kwamen.

- concessieve bijzin, toegevende bijzin

ook al regent het, neem ik een paraplu mee

 

- bijzin van plaats

hij bleef liggen waar hij viel.

 

- bijzin van omstandigheid

terwijl zijn hoofd gloeide van de de koorts, bleef hij maar werken.

 

- bijzin van beperking

voor zover ik haar ken, lijkt ze me wel aardig.

 

Nb. Er zijn verschillende soorten bijzinnen die niet ingeleid worden door een voegwoord:


- gesubstantiveerde bijzin

eerlijk delen voorkomt ruzie.
voor de auto te starten, keek hij het oliepeil na.

- directe rede

hij zei: 'Ik ben je niet vergeten'.

'ik ben je niet vergeten' is hier lijdend voorwerpszin. Immers, als deze bijzin vervangen wordt door bijvoorbeeld het woord 'niets' dan ontstaat de zin 'hij zei niets', waarin 'niets' het lijdend voorwerp is. En dus is dit een speciaal geval van een complementszin.


- beknopte bijzin
hij wil weggaan.

Nb. Het Grieks kent dit soort beknopte bijzinnen niet.


- bijzin ingeleid door een tegenwoordig deelwoord

huilend om het verlies van zijn geliefde, ging hij heen.

Nb. Het Grieks maakt veelvuldig gebruik van deze vorm, die dan in het Nederlands vaak met een bijwoordelijke bijzin wordt weergegeven.


1) Met de termen bijvoeglijke bijzin en betrekkelijke bijzin worden dezelfde soort bijzinnen aangeduid. Het verschil in naamgeving is erop gebaseerd dat een dergelijke bijzin dezelfde functie heeft als een bijvoeglijk naamwoord en wordt ingeleid door een betrekkelijk voornaamwoord.
Vergelijk: 'deze man die oud is' met 'deze oude man':
In de eerste zin is 'die' het betrekkelijk voornaamwoord; in de tweede zin is 'oude' het bijvoeglijk naamwoord.

2) Het voegwoord 'als' wordt in het Nederlands gebruikt zonder dat we ons er rekenschap van geven of de betekenis 'indien' / 'onder de voorwaarde dat' danwel de betekenis 'wanneer' / 'op het moment dat' bedoeld wordt. Daar komt nog bij dat bij de betekenis 'wanneer' vaak ook een zekere gevoelswaarde van 'indien' aanwezig is. Het Grieks maakt een strikt onderscheid tussen deze betekenissen.

 

Nb. Kennis van de diverse sooorten bijzinnen is van belang omdat in het Grieks de betrekkelijke voornaamwoorden in principe verbogen worden overeenkomstig het woord waarop ze betrekking hebben (het antecedent), en omdat in een aantal gevallen de verbuiging van het werkwoord (tijd en stam) in de bijzin afhankelijk is van het soort bijzin.


 

 

 

 

 

© Auteursrecht voorbehouden. Zie pagina Copyright

  

Betekenis:
Semantiek

l

Zin:
Syntaxis

l

Woord:
Morfologie

l
Letter:
Alfabet
l

Klank:
Fonologie

     

*

*

*

*

   

+

+

 

De bovenstaande zwarte sterren geven van elke pagina het niveau aan.
1 ster: beginnersniveau
2 sterren: gevorderden-niveau
3 sterren: studieniveau
1 plus: beschouwing
2 plussen: overzicht

Alle onderwerpen komen in ieder geval op niveau 1 aan de orde.
Een zwart naar boven wijzend driehoekje geeft aan dat een onderwerp ook op een hoger niveau aan de orde komt.

De zwarte naar links en rechts wijzende gesloten driehoekjes in het midden van het scherm zijn links naar de volgende pagina van hetzelfde onderwerp op hetzelfde niveau.

Teksten met een gestippelde onderstreping zijn links en/of tooltips.

In het geval van een link wijzigt tevens de achtergrondkleur.