Bijzinnen in het Nederlands
Door middel van voegwoorden, (betrekkelijke en vragende) voornaamwoorden en (vragende) bijwoorden kunnen zinnen gecombineerd worden.
Een combinatie van enkelvoudige zinnen heet een samengestelde zin.
De voegwoorden vallen uiteen in nevenschikkende voegwoorden en onderschikkende voegwoorden.
zin 1 | zin 2 | samengestelde zin | |
Jan leest graag. | Piet fietst veel. | Jan leest graag en Piet fietst veel. | nevenschikkend |
het regent | ik neem mijn paraplu mee. | omdat het regent, neem ik mijn paraplu mee. | onderschikkend |
Onderschikkende voegwoorden voegen twee enkelvoudige zinnen samen tot een zin waarvan het ene deel de hoofdzin en het andere deel dat ingeleid wordt door het voegwoord, de bijzin heet.
Onderschikkende voegwoorden leiden tot de volgende soorten
bijzinnen:
- bijvoeglijke ofwel betrekkelijke bijzinnen
ik lees het boek dat jij me gaf. |
- complementszinnen, waaronder bijzin van de indirecte rede
ik zal nooit vergeten wat hij voor me heeft gedaan. | complementszin |
hij vraagt of je morgen langs komt. | indirecte rede |
omdat het regent, neem ik een paraplu mee. |
Bijvoeglijke oftewel betrekkelijke bijzinnen vormen een
toelichting op een woord of woordgroep die vaak ook met een
bijvoeglijke bepaling had kunnen worden gegeven.
Betrekkelijke bijzinnen vallen uiteen in betrekkelijke bijzinnen met
antecedent en bijzinnen met ingesloten antecedent.
Complementszinnen nemen als bijzin in zijn geheel de rol over van een zinsdeel, meestal het onderwerp of lijdend voorwerp.
Bijwoordelijke bijzinnen vervullen in de zin dezelfde rol als een bijwoordelijke bepaling.
Bijwoordelijke bijzinnen vallen uiteen in:
- temporele bijzin,
bijzin van tijd
toen het droog was, ging ik op pad. |
- causale bijzin,
bijzin van reden en oorzaak
omdat het regent, neem ik een paraplu mee. |
- conditionele bijzin,
voorwaardelijke bijzin
als jij ook mee gaat, hebben we twee paraplu's nodig.. |
- finale bijzin,
bijzin van doel
ik neem mijn paraplu mee, om niet nat te worden. ik neem mijn paraplu mee, opdat ik niet nat word. |
- consecutieve bijzin,
gevolgaanduidende bijzin
er lag 's morgens nog veel sneeuw, zodat velen te laat op hun werk kwamen. |
- concessieve bijzin,
toegevende bijzin
ook al regent het, neem ik een paraplu mee |
- bijzin van plaats
hij bleef liggen waar hij viel. |
- bijzin van omstandigheid
terwijl zijn hoofd gloeide van de de koorts, bleef hij maar werken. |
- bijzin van beperking
voor zover ik haar ken, lijkt ze me wel aardig. |
Nb. Er zijn drie soorten bijzinnen die niet ingeleid worden door een voegwoord:
eerlijk delen voorkomt ruzie. voor de auto te starten, keek hij het oliepeil na. |
- directe rede
hij zei: 'Ik ben je niet vergeten'. |
'ik ben je niet vergeten' is hier lijdend voorwerpszin. Immers, als deze zin vervangen wordt door bijvoorbeeld het woord 'niets' dan ontstaat de zin 'hij zei niets', waarin 'niets' het lijdend voorwerp is.
<\br>
- beknopte bijzin
hij wil weggaan. |
Nb. Het Grieks kent dit soort beknopte bijzinnen niet.