Zelfstandige naamwoorden
το ουσιαστικό
Zelfstandige naamwoorden worden onderverdeeld in twee groepen: zaaknamen (bijvoorbeeld: mens, vreugde enz.) en eigennamen (bijvoorbeeld: Kerstmis, juni, Jan, de Kyfissia-boulevard, Kreta enz.). Tenzij nadrukkelijk anders is vermeld worden met de term zelfstandige naamwoorden altijd de zaaknamen bedoeld.
De zelfstandige naamwoorden (ook wel
substantiva genoemd) worden onderverdeeld in de drie
categorieën:
mannelijk, vrouwelijk en onzijdig.
Binnen sommige van deze categorieën wordt nog een onderscheid gemaakt naar het aantal lettergrepen bij het verbuigen:
of het aantal lettergrepen gelijk blijft
(parisyllabi), of dat het wijzigt
(imparisyllabi).
Op dit niveau ** leidt dat tot afzonderlijke groepen. Niveau *** bevat een systematische bespreking op basis van dit onderscheid.
Indien het aantal lettergrepen bij het verbuigen wijzigt, is dat meestal in de genitivus meervoud, soms ook in de
genetivus enkelvoud, soms ook in alle meervouden.
Enkele voorbeelden
aantal lettergrepen blijft gelijk | aantal lettergrepen wijzigt | |||||||||
vr | η | θάλασσα | των | θαλασσών | zee | η | μαμά | των | μαμάδων | mama |
η | κόρη | των | κορών | meisje | η | κυβέρνηση | των | κυβερνήσεων | regering | |
η | διάλεκτος | των | διαλέκτων | dialect | ||||||
η | μαϊμού | των | μαϊμούδων | aap | ||||||
man | ο | αδερφός | των | αδερφών | ||||||
ο | κανόνας | των | κανόνων | ο | παππάς | οι | παππάδες | priester | ||
ο | ο | συγγραφέας | οι | συγγραφείς | schrijver | |||||
ο | μαθητής | των | μαθητών | leerling | ο | μανάβης | των | μανάβηδων | groenteman | |
onz | το | δέντρο | των | δέντρων | boom | |||||
το | κορίτσι | των | κοριτσιών | meisje | ||||||
το | έδαφος | των | εδαφών | bodem | ||||||
το | μάθημα | των | μαθήματων | les | ||||||
το | ντύσιμο | των | ντυσιμάτων | kleding | ||||||
το | βράδυ | των | βραδιών | avond | ||||||
το | κρέας | των | κρεάτων | vlees |
Door extra lettergrepen kan ten gevolge van de
limitatieregel
klemtoonverschuiving optreden. Het is daarom van belang te weten
of de klemtoon van een woord op de voorvoorlaatste (proparoxytoon),
voorlaatste (paroxytoon)
of laatste lettergreep (oxytoon)
valt.
Omdat de laatste één of twee letters van een zelfstandig naamwoord
over het algemeen kenmerkend zijn voor het geslacht en de verbuiging
worden steeds voor elke groep van zelfstandige naamwoorden met
hetzelfde geslacht, uitgang en verbuiging van één woord de vormen
als voorbeeld gegeven. Een dergelijk voorbeeldrijtje heet een
paradigma.
Binnen de groepen van zelfstandige naamwoorden die gelijke
verbuiging hebben, bevinden zich subgroepen die eindigen op een
reeks van gelijke letters, en waarvan de betekenissen qua karakter
overeenkomen. In die gevallen is er vaak sprake van een
suffix (achtervoegsel).
Voorbeelden in het Nederlands zijn: -tje, -heid, -ig en dergelijke.
Zelfstandige naamwoorden kunnen over het algemeen voorzien worden
van een
verkleiningsuitgang:
verkleinwoorden. Het Nederlands kent daarvoor de uitgangen:
-je, -tje, -pje, -etje. De variatie in
het Grieks is beduidend groter.
Verder kent het Grieks een uitgang/vorm die een
grote versie van het betreffende zelfstandige naamwoord
aangeeft: vergrootworden.
Veel bijvoeglijke naamwoorden kunnen ook als zelfstandig
naamwoord worden gebruikt.
(bijvoorbeeld:
πλούσιος -rijk, οι πλούσιοι
-de rijken).
Een bijzondere situatie treedt op bij bijvoeglijke
naamwoorden die een eigenschap aanduiden.
Enerzijds kunnen deze vaak onverkort als zelfstandig naamwoord
worden gebruikt, anderzijds worden zij in het Grieks wel als
bijvoeglijk naamwoord gebruikt, wat in het Nederlands als
dubbelop wordt ervaren.
η τεμπέλα φοιτήτρια | de luie studente lett: de luiaard studente |
ο αρχάριος μαθητής | de beginnende leerling |
Net als in het Nederlands zijn er zelfstandige naamwoorden in het Grieks die alleen in het enkelvoud of allen in het meervoud (bv. hersenen) voorkomen.
Ook zijn er zelfstandig naamwoorden die niet verbogen worden (meestal leenworden).
Substantivering
Net als in het Nederlands
kan elk woord (en elke zin) als zelfstandig naamwoord gebruikt
worden door er een lidwoord aan toe te voegen. Bijvoorbeeld: het
hoe, het fietsen, het geknaag.
Ook in het Grieks leidt dat tot een onpersoonlijk zelfstandig naamwoord.
Enkelvoud of meervoud
Net als in het Nederlands zijn er in het Grieks diverse woorden die hetzij alleen in het enkelvoud hetzij alleen in het meervoud voorkomen.
Bijvoorbeeld: het goud, de hersenen.
Τα γενέθλια - de verjaardag, τα γεράματα - de ouderdom.
Diverse woorden hebben in het Grieks naast het 'gewone' meervoud een onzijdig meervoud", soms met een enigszins afwijkende betekenis. Zie hier
Geslacht
Net als in het Nederlands zijn er in het Grieks diverse zelfstandige woorden die naast de vrouwelijke of mannelijke vorm ook een onzijdige vorm hebben
zonder dat dat consequenties heeft voor de betekenis
(hoewel dat voor individuele gebruikers of streken kan verschillen). In het Grieks ondergaat de vorm dan een geringe aanpassing.
Bijvoorbeeld: de aanrecht, het aanrecht, de deksel, het deksel.
Ο σκύλος , το σκύλι - de hond, η γέφυρα, το γεφύρι - de brug
Diverse woorden hebben in het Grieks naast het 'gewone' meervoud een onzijdig meervoud", soms met een enigszins afwijkende betekenis. Zie hier
Zowel in het Nederlands als in het Grieks kan er een discrepantie bestaan tussen het natuurlijk en grammaticaal geslacht.
Bijvoorbeeld: το κορίτσι - het meisje
Dit levert in het Grieks op twee manieren een keuzeprobleem op:
- bij de verwijzing naar één object/persoon: (bijvoorbeeld: het meisje die/dat)
- bij de verwijzing naar groepen van objecten/personen: (bijvoorbeeld: de jongens en de meisjes die)
Deze kwestie wordt besproken in de syntaxis.
Namen en eigennamen
Namen en eigennamen zijn bijzondere gevallen van zelfstandig naamwoorden.
De speciale eigenschappen in het gebruik (van vrouwennamen, namen van straten en plaatsen ed) worden in de
Syntaxis behandeld.