Werkwoorden indeling
De Griekse werkwoordsvormen worden samengesteld uit een
stam en een uitgang.
De stam is het gedeelte dat onveranderd blijft, ongeacht of het
werkwoord in 1e, 2e of 3e persoon wordt gebruikt.
De stam wijzigt bij verandering van aspect en
actief
(ενεργητική φωνή) of
passief
(παθητική φωνή).
De uitgang wijzigt bij verandering van aantal en kan veranderen
afhankelijk van de diverse tijden en wijzen.
De betekenis van het werkwoord in de zin, η διάθεση,
dat wil zeggen of een werkwoord actief of passief wordt gebruikt,
is in principe onafhankelijk van de vorm (stam plus uitgang),
hoewel natuurlijk over het algemeen een actieve vorm zal
overeenkomen met een actieve betekenis.
De stam voor actieve en passieve vormen is in de tegenwoordige
tijd (op één uitzondering na) bij alle werkwoorden gelijk (als
zij tenminste zowel actief als passief gebruikt kunnen worden).
Om verschillen in tijd en/of wijze aan te duiden, wordt niet
allleen gebruik gemaakt van verschillen in uitgang, maar ook van
een zogenaamde tweede stam die op basis van de (eerste) stam
wordt gevormd.
De 2e stam actief wordt gevormd op basis van de 1e stam, de 2e
stam passief op basis van de 2e stam actief.
De 1e vervoeging omvat de werkwoorden die het accent op de stam hebben (bijvoorbeeld πληρώνω), de 2e vervoeging die het accent op de uitgang hebben (bijvoorbeeld θεωρώ).
Deze indeling leidt bij een aantal werkwoorden tot onduidelijkheden. Bijvoorbeeld: πνέω, λέω, κλαίω, σπάω, πάω, αγαπάω.
Πνέω behoort tot een groep van werkwoorden waarvan de stam op een klinker eindigt waarop ook het accent ligt. Deze groep behoort tot de 1e vervoeging.
Αγαπάω behoort tot een groep van werkwoorden die -ώ en -άω als alternatieve uitgangen voor de 1e persoon enkelvoud hebben. Deze groep behoort tot de 2e vervoeging.
Nb. Bij veel werkwoorden uit deze groep wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de vormen op -άω en -ώ. Er zijn er echter waarbij er een duidelijke voorkeur bestaat voor de een of de ander of waarbij zelfs een van de twee in het geheel niet gebruikt wordt. Omdat dit op voorhand niet bekend verondersteld kan worden, is er voor gekozen om in de grammatica en in de woordenlijstnieuwgrieks.nl al deze werkwoorden in de -ώ variant op te nemen.
Λέω, κλαίω en σπάω behoren tot een kleine groep van werkwoorden die gekenmerkt worden door één of beide eigenschappen die beide samenhangen met het feit dat klinkers van de stam en de uitgang in sommige vormen wel en in sommige vormen niet zijn samengetrokken (in niet-samengetrokken vorm wordt vaak een γ tussengevoegd):
- de samengetrokken vormen als bijvoorbeeld: λες, κλαις, σπας
- de vormen met tussengevoegde γ: λέγομαι, έλεγα.
Deze samengetrokken werkwoorden vormen een subgroep van de 1e vervoeging.
Het werkwoord πάω speelt een bijzondere rol: het is de coniunctivus van πηγαίνω, maar wordt ook als zelfstandig werkwoord gebruikt. Aangezien de vervoeging πας, πάει, πάμε, πάτε, πάνε de eigenschappen van samengetrokken werkwoorden heeft, wordt πάω daar ook toe gerekend.
De werkwoorden πετάω, κοιτάω, φυλάω hebben ook een passieve vorm op -άγομαι. φυλάω wordt tot de groep van de samengetrokken werkwoorden gerekend. πετάω en κοιτάω worden tot de werkwoorden van de 2e vervoeging gerekend omdat zij ook een paratatikos actief op -αγα hebben.
De totale groep bestaat dus uit: λέω, ακούω, τρώω, καίω, κλαίω, φταίω, πάω, σπάω, σκάω en φυλάω.
Pas op: De paratatikos van αγαπάω is αγαπούσα en αγάπαγα, en dus ook alle overige werkwoorden uit deze groep hebben een paratatikos op -ούσα en -αγα. Dit betekent echter niet dat deze werkwoorden tot de groep van samengetrokken werkwoorden gerekend worden.
Samenvattend hebben we dus de volgende indeling van de werkwoorden '):
- 1e vervoeging: de werkwoorden met het accent op de stam (4239)
Daarbinnen een subgroep van 10 samengetrokken werkwoorden
- 2e vervoeging: de werkwoorden met het accent op de uitgang (1400)
- onregelmatige werkwoorden. bijvoorbeeld είμαι (14)
Totaal: 5653
De groepen waarin deze werkwoorden uiteeenvallen worden aangeduid met een (Nederlandse) hoofdletter: A, B, E, G, N etc.
Op cursusniveau * wordt een vereenvoudigde indeling gehanteerd die wordt aangeduid met een kleine Griekse letter van de laatste letter van de stam van het grootste aantal deelnemende werkwoorden: β, γ, ζ, τ, ν etc.
Opm. Diverse werkwoorden hebben een variant op -άω en op -ώ. In de hierna volgende overzichten wordt meestal de -άω-variant benoemd. Daarmee is niet gezegd dat alle werkwoorden uit een dergelijke groep voorkeur voor deze variant hebben.
') op basis van 5653 werkwoorden. Als uitgangspunt voor dit aantal is het boek Τα ρήματα της νέας ελληνικής van Αννα Ιορδανίδου dat als ondertitel heeft: 4500 Ρήματα, 235 υποδείγματα κλίσεις. Aangenomen wordt dat deze 4500 een volledig overzicht geven van de Griekse werkwoorden. In de loop van de tijd is deze verzameling (die in zijn geheel is opgenomen in woordenlijstnieuwgrieks.nl) nog eens uitgebreid met 1653 werkwoorden.