Voegwoorden
Nevenschikkende voegwoorden
ο παρατακτικός σύνδεσμος
Hoofdzinnen worden met elkaar verbonden door nevenschikkende voegwoorden, zoals: en, maar, of,
noch, zowel ... als, evenmin ... als, hetzij, echter, toch,
desondanks.
Nevenschikkende voegwoorden kunnen ook zinsdelen en soms ook
woordsoorten met elkaar
verbinden wanneer die een gelijkwaardige rol in de zin spelen .
Onderscheiden worden:
- samenvoegende voegwoorden
- disjunctieve voegwoorden
- adversieve voegwoorden
Nb. Nevenschikkende voegwoorden kunnen ook gelijksoortige zinsdelen verbinden. Of men dit ziet als een uitbreiding van de mogelijkheden van nevenschikkende voegwoorden of als een gevolg van samentrekking van twee of meer hoofdzinnen die door een nevenschikkend voegwoord worden verbonden, speelt verder geen rol.
Samenvoegende voegwoorden
... και ... | ...en ... |
και ... και ... | zowel ... als ... |
τόσο ... όσο και ... | zowel ... als ... |
... καθώς και ... | ... evenals ... |
... όπως και ... | ... evenals ... |
... όπως/καθώς επίσης και ... | ... alsmede ... |
ούτε ... ούτε ... | noch ... noch .. |
... ούτε ... | ... en ook/zelfs niet ... |
μήτε ... μήτε ... | noch ... noch ... |
... μήτε ... | ... en ook/zelfs niet ... |
... όπως ούτε ... | evenmin als ... |
τον ξέρουμε εγώ και εσύ . | jij en ik kénnen hem. |
τρώγε και μη μιλάς . | houd je mond en eet door (lett.: eet en spreek niet). |
έλειπαν και ο Γιώργος και ο Γιάννης . | zowel Giorgos als Giannis waren weg. |
τόσο ο Πέτρος όσο και ο Κώστας τον ξέρουν . | zowel Petros als Kostas kennen hem. |
ο Πέτρος καθώς και ο Γιάννης τον ξέρουν | Petros kent hem en Giannis ook. |
η Άννα θα έρθει όπως και ο Παύλος . | Anna komt, evenals Pavlos. |
θέλω να ευχαριστήσω τους γονείς μου, όπως/καθώς επίσης και τον καθηγητή μου. | ik wil mijn ouders bedanken, alsmede mijn hoogleraar. |
το παιδί ούτε μιλούσε ούτε έτρωγε. | het kind at noch sprak (lett.: sprak noch at). |
ούτε εσύ ούτε εγώ (δεν) τον ξέρουμε. | noch jij noch ik kennen hem. |
δεν τον ξέρω, ούτε θέλω να τον ξέρω. | ik ken hem niet en ik wil hem ook niet kennen. |
μήτε ο ένας μήτε ο άλλος ήρθαν. | noch de één noch de ander kwam. |
να μη σε νοιάζει, μήτε να με ρωτάς. | bemoei je er niet mee en vraag me er ook niet naar. |
η Άννα δε θα έρθει όπως ούτε ο Παύλος. | Anna komt evenmin als Pavlos. |
ένα καλογραμμένο αλλά ανιαρό βιβλίο | een goed geschreven maar saai boek |
In een zin met de betekenis 'of nou wel ... of niet
(het maakt niet uit)' wordt in het Grieks het voegwoord achterwege
gelaten:
τον μαλώνεις δεν τον μαλώνεις, το ίδιο κάνει. | of je het hem nou vertelt of niet, hij doet hetzelfde. |
πρέπει να τον δεις φοβάσαι δεν φοβάσαι. | je moet hem zien, of je nou bang bent of niet.. |
Wanneer de onderwerpsconstructie ούτε ... ούτε ...of μήτε ... μήτε ...volgt op het
gezegde, dan is de ontkenning δε
(ν
)verplicht.Zo niet dan is het gebruik
van δε(ν)
vrijblijvend.
Wanneer samenvoegende voegwoorden twee of meer onderwerpen verbinden,
staat de persoonsvorm in principe in het meervoud.
Bij het gebruik van ούτε ... ούτε ...en
μήτε ... μήτε ...kan de persoonsvorm zowel
in het enkelvoud als in het meervoud staan, wanneer de persoonsvorm
vóór het onderwerp staat.
δε γελάει/γελάνε ούτε ο Παύλος ούτε η Γεωργία. | noch Pavlos noch Giorgia lacht. |
ούτε ο Παύλος ούτε η Γεωργία (δε) γελάνε . | noch Pavlos noch Giorgia lacht. |
δεν το ξέρει/ξέρουν ούτε ο Γιώργος ούτε η Πόπη. | noch Giorgos noch Popi kent hem. |
ούτε ο Γιώργος ούτε η Πόπη (δεν) το ξέρουν. | noch Giorgos noch Popi kent hem. |
Nb. In het Nederlands staat bij het gebruik van het voegwoord 'noch'
de persoonsvorm in het enkelvoud.
Behalve als voegwoord kunnen και
, ούτε
en μήτε
als
bijwoord voorkomen.
Και
betekent dan: ook, zelfs.
Ούτε
en μήτε
betekenen
dan: ook niet, zelfs niet.
είδα και το Γιώργο. | ik heb ook Giorgos gezien. |
δεν είδα ούτε το Γιώργο. | ik heb ook Giorgos niet gezien. |
Het nevenschikkende και
wordt ook wel
gebruikt waar het Nederlands een onderschikkend of niet-samengesteld
voegwoord gebruikt:
βρήκα τα παιδιά και κοιμόνταν. | ik trof de kinderen slapend aan (lett.: ik vond de kinderen en zij sliepen). |
τι σου έκανε και θύμωσες τόσο πολύ; | wat heeft hij gedaan dat je zo boos bent geworden?/ waarom
ben je zo boos? (lett.: wat heeft hij je gedaan en ben je zo boos geworden). |
τους βλέπω και έρχονται . | ik zie ze komen (lett.: ik zie ze en ze komen). |
Verder kan het voegwoord και nog gebruikt worden op een manier waar het Nederlands een onderschikkend voegwoord zou gebruiken.