Onbepaalde voornaamwoorden
Bijvoeglijk gebruik van τίποτα en κάτι
Voorafgaand aan een zelfstandig naamwoord
duidt κάτι een onbepaald (niet nader genoemd)
aantal aan: te vertalen met 'wat', 'een paar', 'een aantal',
'enkele'.
Τίποτα echter geeft aan dat de spreker geen
benul heeft van het aantal of zelfs maar van de feitelijkheid van
zijn bewering.
| χτες πήγαμε να φάμε με κάτι φίλους. | gisteren zijn we met wat vrienden uit eten gegaan. | dan kun je wel weten hoeveel: je was erbij |
| είδα κάτι παλιόπαιδα να σπάνε τη βιτρίνα του μαγαζιού σου. | ik heb een stel van die rotjongens de vitrine van je winkel kapot zien slaan. | dan kun je wel weten hoeveel: je hebt ze gezien |
| τίποτα παλιόπαιδα θα έσπασαν τη βιτρίνα του μαγαζιού σου. | het zullen wel een paar van die rotjongens geweest zijn die de vitrine van je winkel kapot geslagen hebben. | geen idee hoeveel: ik was er niet bij |