Diverse onderwerpen
Vergelijkingen
Vergelijkingen kunnen op verschillende
manieren vorm krijgen:
- met een bijwoordelijke bepaling ingeleid door een voorzetsel: dan, (zo)als
- met een bijwoordelijke bijzin ingeleid door een voegwoord: dan, alsof, zoals
- met een betrekkelijke bijzin ingeleid door een onbepaald
betrekkelijk voornaamwoord of betrekkelijk bijwoord: zo ... als
- met een bijwoordelijke betrekkelijke bijzin ingeleid door een onbepaald betrekkelijk voornaamwoord: dan (wat)
Natuurlijk versus lexicaal geslacht
In veel gevallen geldt dat verbuigbare woorden waartussen een specifieke relatie is, in geslacht en aantal met elkaar overeenkomen.
Meer in het bijzonder zullen het natuurlijk geslacht en het lexicaal geslacht (het geslacht van het zelfstandig naamwoord) overeen komen.
Soms is dat niet het geval of kan dat niet het geval zijn. Dat laatste komt vooral voor wanneer het om combinatie van zelfstandige naamwoorden gaat die van verschillend geslacht zijn.
1. Het gaat om één persoon of zaak
1a. er is geen overeenkomst tussen het natuurlijk en lexicaal geslacht terwijl dat wel zou kunnnen
In het Grieks zou dit niet voor mogen komen, gezien het grote belang van het woordgeslacht.
In het Nederlands is men zich steeds minder bewust van het geslacht van een zelfstandig naamwoord. Dit heeft tot gevolg dat regelmatig naar vrouwelijke woorden wordt verwezen met 'hij' of 'zijn'. Zelfs 'het' is mogelijk: ik houd van honing omdat het lekker zoet is.
1b. er is geen overeenkomst omdat het natuurlijk en lexicaal geslacht verschillen
In het Grieks zijn er diverse onzijdige zelfstandige naamwoorden die naar mannelijke of vrouwelijke personen verwijzen. Dat geldt al so wie so voor verkleinwoorden op -άκι.
πολλά μέλη του συνεδρίου ήταν ξένοι. | veel deelnemers aan het congres waren buitenlanders. | onz --> man |
τι θα κάνουμε με αυτό το κορίτσι; έρχεται μονίμως αδιάβαστη. | wat te doen met dat meisje? ze komt voortdurend onvoorbereid. | onz --> vr |
2. Het gaat om meerdere personen of zaken
Zodra zelfstandige naamwoorden van verschillend geslacht door het voegwoord 'en' verbonden zijn, doet zich de vraag voor op welke wijze naar die samenstelling verwezen moet worden. Een voorbeeld: οι φίλοι και οι φίλες - de vrienden en vriendinnen.
Uit onderstaande voorbeelden wordt duidelijk welke regels daarbij gevolgd worden.
ο Γιώργος και ο Σπύρος είναι συνομήλοκοι. | Yorgos en Spiros zijn leeftijdsgenoten. | man + man --> man |
η Μαρία και η Θάλεια είναι φίλες. | Maria en Thalia zijn vriendinnen. | vr + vr --> vr |
το ντουλάπι και το τραπέζι είναι ξύλινα. | het kastje en de tafel zijn van hout. | onz + onz --> onz |
οι φίλοι και οι φίλες είναι ευχαριστημένοι | de vrienden en vriendinnen zijn gelukkig. | man + vr --> man |
το τραπέζι και οι καρέκλες είναι παλιά. | de tafel en de stoelen zijn oud. | onz + .. --> onz |
ο σκύλος και το λουλούδι είναι δικά μας. | de hond en de bloem zijn van ons. | man + onz --> onz |
ο δρόμος και τα σοκάκια ήταν γεμάτα από ζωή. | de straat en de steegjes zijn vol leven. | man + onz --> onz |
η αγάπη και το μίσος είναι αντίθετα. | de liefde en de haat zijn (elkaars) tegengestelde. | vr + onz --> onz |
ο σκούφος και η φούστα είναι κίτρινα. | de muts en de rok zijn geel. | man + vr --> onz |
σπίτια, δρόμοι και πλατείες ερημωμένα. | verlaten straten, huizen en pleinen | man + onz + vr --> onz |
ο Γιάννης και η Μαρία ήρθαν μασκαρεμένοι. ') | Giannis en Maria kwamen verkleed. | man + vr --> man |
παλιές καρέκλες και τραπέζια | oude stoelen en tafels |
ερημωμένοι δρόμοι, σπίτια και πλατείες | verlaten straten, huizen en pleinen |
') Nb. het werkwoord είναι (zijn) is een koppelwerkwoord. Het naamwoordelijk deel van het gezegde heeft in principe altijd al hetzelfde aantal en geslacht als het onderwerp. έρχομαι (komen) is noch in het Nederlands, noch in het Grieks een koppelwerkwoord.
Nb. In ieder geval in het Nederlands is het mogelijk dat het aantal in het onderwerp en in het naamwoordelijke deel van het gezegde niet overeenstemmen: planten zijn een bron van zuurstof.
Reduplicatie
In bepaalde gevallen wordt in het Grieks een woordsoort of een zinsdeel herhaald.
Reduplicatie wordt uitgebreid besproken in reduplicatie ***.
Overzicht
woordsoorten:
- lidwoord.
= Zie SyntVorn2Bezi, Morf2
= bv η φίλη μου η Έφη
- persoonlijk voornaamwoord
- werkwoord.
Zinsdelen:
- onderwerp.
- meewerkend voorwerp.
- lijdend voorwerp.