Aanwijzende voornaamwoord
η δεικτική αντωνυμία
Aanwijzende voornaamwoorden wijzen, al of niet met nadruk, personen of zaken aan.
De Nederlandse aanwijzende voornaamwoorden zijn:
deze, die, dit, dat
zo'n, zulke, dergelijke
zelf, dezelfde
De Griekse aanwijzende voornaamwoorden zijn:
αυτός, τούτος, εκείνος, τέτοιος, τόσος
ο ίδιος, μόνος μου.
τούτος | τούτο είναι το βιβλίο μου. | dit is mijn boek. |
αυτός | αυτός ο κύριος είναι γείτονάς μας. | die man is onze buurman. |
εκείνος | εκείνο το σπίτι είναι καλοχτισμένο. | dat huis daar is goed gebouwd. |
τέτοιος | ένα τέτοιο βιβλίο | een dergelijk boek/ zo een boek |
τόσος | τόσοι άθρωποι | zoveel mensen |
ο ίδιος | θέλω να μιλήσω με τον ίδιο το διευθυντή. | ik wil de directeur zelf spreken. |
μόνος μου | οι εργάτες ξαναρχίζουν από μόνοι τους τη δουλειά. | de arbeiders gaan uit zichzelf weer aan het werk. |
Τούτος, αυτός, εκείνος, τόσος enμόνος
worden verbogen als
καλός.
Τέτοιος en ίδιος worden
verbogen als
άγριος.
Naast de vormen van de derde persoon genitivus enkel- en meervoud en accusativus meervoud van αυτός (αυτού, αυτή, αυτών, αυτούς) treft men ook aan: αυτουνού, αυτηνής, αυτωνών, αυτουνούς.
De slot-ν van αυτό(ν) is verplicht indien deze vorm zelfstandig of bij wijze van sterk persoonlijk voornaamwoord gebruikt wordt:
αυτόν είδες; | heb je hém gezien? |
ποιον καφέ θέλεις; -αυτόν | welk kopje koffie wil je? - dit (kopje). |
maar:
είδες αυτόν το κύριο; | heb je die meneer gezien? |
De slot-ν van αυτή(ν)
kan geplaatst worden indien men deze vorm gebruikt bij wijze van
sterk persoonlijk voornaamwoord, maar dat hoeft niet.
Εκείνος en τούτος
worden verbogen als αυτός.
Naast εκείνος treft men ook de vorm
κείνος aan; en naast τούτος:
ετούτος. Ετούτος is iets nadrukkelijker dan
τούτος.
Bij de accusativus mannelijk τέτοιο(ν) wordt er in principe geen slot-ν geschreven, tenzij het zelfstandig naamwoord dat erop volgt met een klinker begint: τέτοιον άντρα δε θέλω (zo'n man wil ik niet).
Binnen de aanwijzende voornaamwoorden onderscheidt het Nederlands nog bepalingaankondigende voornaamwoorden: degene, diegene, datgene. Het Grieks gebruikt in dat geval het persoonlijk voornaamwoord αυτός.
Als alternatief voor τέτοιος (dergelijk) kan τέτοιου είδους (letterlijk: van een dergelijke soort) worden gebruikt.
In het Nederlands bestaat nog een speciale groep aanwijzende
voornaamwoorden, de zogenaamde bepalingaankondigende
voornaamwoooren: degeen, degene, diegene, datgene.
Deze worden steeds gevolgde door een betrekkelijk voornaamwoord:
die, dat.
In het Grieks wordt hiervoor een aanwijzend voornaamwoord
gebruikt: αυτός κλπ.